Ik ben in 1974 begonnen aan de opleiding tot literair vertaler Engels/Nederlands aan het Instituut voor Vertaalkunde van de UVA en heb die in 1980 met goed gevolg afgesloten. Al tijdens de opleiding ben ik door Cees Buddingh, een van de docenten aldaar, in de gelegenheid gesteld om een kinderboek te vertalen voor Lemniscaat.
Min of meer als gevolg daarvan heb ik jarenlang kinderboeken vertaald – waarvan twee bekroond met een Zilveren Griffel –, waarna ik stilaan ben overgestapt op het vertalen van Young Adultboeken en literatuur voor volwassenen. ‘The Fault in our Stars’ (‘Een weeffout in onze sterren’) van John Green was een van de meest succesvolle en gedenkwaardige van mijn vertalingen, evenals ‘Call Me by your Name’ (‘Noem me bij jouw naam’) van André Aciman, al was het maar vanwege hun verfilming, maar ertussenin zaten nog tig andere vertalingen die me na aan het hart liggen, maar die helaas minder roem ten deel is gevallen.
Ik ben inmiddels, met zo’n honderd vertalingen op mijn naam, een ouwe rot in het vak en blij dat de VertalersVakschool mij een aantal jaren geleden heeft gevraagd om het ambacht middels een docentschap door te geven aan een toekomstige generatie literair vertalers.
Momenteel zit ik na acht maanden hard werken te wachten op de publicatie van een grote Indiase familieroman – ‘Het eeuwige parfum’ van Aanchal Malhotra — en ben ik er eens te meer van doordrongen geraakt dat je voor het prachtvak van literair vertaler, naast heel veel creativiteit en talige vaardigheden, vooral ook moet beschikken over taai zitvlees.